Waardeoverdracht

Heeft u de laatste jaren te maken gehad met waardeoverdrachten van nieuwe werknemers binnen uw organisatie?

Stel, u heeft een salarisdiensttijdregeling, ook wel eind of middelloonregeling genoemd, voor uw werknemers. Die is ondergebracht bij een verzekeraar in Nederland. En heeft u de laatste jaren te maken gehad met waardeoverdrachten van nieuwe werknemers binnen uw organisatie?  Dan zal het volgende u bijzonder aanspreken!

Menig werkgever is de afgelopen jaren geconfronteerd met forse bijstortingen die betaald moesten worden aan de verzekeraar in verband met inkomende waardeoverdrachten van nieuwe medewerkers. Deze bijstortingen lijken voorlopig van de baan voor waardeoverdrachten die geëffectueerd worden in 2011.

Hoe gaat dat in zijn werk?
De pensioenregeling bij een verzekeraar is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%. In geval van een waardeoverdracht wordt de over te dragen waarde naar de nieuwe pensioenuitvoerder berekend op basis van de wettelijke marktrente. In 2010 kwam deze marktrente uit op 4,122%. .

Het verschil in tarief tussen de vaste rekenrente van 3% en de marktrente van 4,122% komt voor rekening van de nieuwe werkgever. Hierdoor zijn bijstortingen ter grootte van 25% van de over gekomen waarde eerder regel dan uitzondering. Bij een uitgaande waardeoverdracht, dus als iemand bij u uit dienst gaat, was het tegenovergestelde het geval.

Wat verandert er in 2011?
In 2011 is de te hanteren rekenrente voor waardeoverdrachten bepaald op 2,984%. De te hanteren rente is gebaseerd op de rentetermijn structuur met een looptijd van 25 jaar die per  elk jaar door DNB gepubliceerd wordt.

De toe te passen marktrente voor waardeoverdracht en de vaste rekenrente van 3% liggen in 2011 dus vrijwel gelijk. Hierdoor zullen verschillen in tarieven ook fors afnemen. Goed nieuws dus indien er nieuwe werknemers in dienst treden in 2011 of in andere jaren waar vergelijkbare rente heerst.

Ingangsdatum nieuwe rekenrente
De nieuwe rekenrente geldt voor verzoeken tot waardeoverdracht van nieuwe werknemers die in 2011 worden opgenomen in de pensioenregeling van uw organisatie. Het komt nog wel eens voor dat sommige pensioenuitvoerders de datum van binnenkomst offerte aanhouden (die wordt verstrekt door de overdragende uitvoerder), met als gevolg dat de markrente van 2011 van toepassing is.

Het kan dus zinvol zijn om uw nieuwe werknemer te vragen het verzoek tot waardeoverdracht pas in 2011 te doen (uiteraard wel binnen 6 maanden na de indiensttreding).

Ook voor waardeoverdrachten die vanwege onderdekking bij het pensioenfonds zijn opgeschort, kan deze rekenrente gaan gelden. De berekeningsdatum in dergelijke gevallen is de eerste dag volgend op de maand waarin de dekkingsgraad weer boven 100% uitkomt.

Is dit alleen goed nieuws?
Hoewel de bijbetaalproblematiek met de lage marktrente van 2,984% zal verminderen, is er ook een keerzijde. Dit is zeker het geval indien uw pensioenregeling bijvoorbeeld nog op een rekenrente van 4% is ondergebracht. Die kans is bij oudere pensioenregelingen erg groot.

Hierdoor zal bij een uitdiensttreding van een werknemer, en een daarmee gepaard gaande waardeoverdracht, een fors verschil optreden tussen de daadwerkelijke waarde berekend op 4% en de overdrachtswaarde die berekend wordt op 2,984%.

En hoewel er een klein verschil in rekenrente 3% en de marktrente 2,984% is, sluit dit bijbetaling bij uitgaande waardeoverdracht niet uit.

Een praktijkgeval:
U heeft in 2010 een forse koopsom betaald voor een waardeoverdracht voor een nieuwe werknemer. Deze werknemer treedt in 2011 uit dienst en u wordt, hoewel in veel mindere mate, wederom geconfronteerd met een betaling die u dient te doen in verband met ditmaal een uitgaande waardeoverdracht.

Daarnaast zijn de te hanteren overlevingstafels voor de bepaling van de overdrachtswaarde van belang. Nu al is zeker dat pensioenfondsen in de tarieven rekening zullen moeten gaan houden met de effecten van langer leven.

Men zou verwachten dat het ‘teveel ‘ aan overdrachtswaarde door de lagere marktrente ten opzichte van de benodigde 3% rekenrente ten gunste komt aan de nieuwe werkgever.

Dit is niet het geval aangezien de toelichting op artikel 19 Regeling Pensioenwet meldt dat de gehele overdrachtswaarde aangewend dient te worden voor inkoop van pensioenaanspraken.

Gelukkig zijn er tegenwoordig pensioenuitvoerders die hier een passende oplossing voor hebben. Zij zorgen dat er in de toekomst bij renteschommelingen u van dit soort zaken verschoont blijft. Informeer bij uw pensioenadviseur of neem met ons kontakt op.

Duidelijk van Dommele